Els
Ze loopt en loopt. Haar schoenen zijn versleten. Van achter haar dikke brillenglazen kijkt ze je met grote ogen aan. Wat ze ziet, lijkt een raadsel voor ons allebei. Els heeft frontotemporale dementie. Ze is, zoals veel mensen met deze diagnose, nog relatief jong. Een zeventiger nu. Praten doet ze niet of nauwelijks meer. Haar brein werkt alleen nog maar prikkel gestuurd. De hele dag zoekt ze prikkels. In geluid, in beweging. Stil zitten lukt haar bijna niet. Als ze aan tafel zit, wordt er driftig geschoven met wat er op dat moment dan ook maar voor handen is. Als het maar beweegt. De dikke verbindingen in haar hersenen werken soms nog op de automatische piloot. Een borstel is om haren mee te kammen. Een stoel om op te zitten. Maar ze begrijpt niet meer wat je van haar vraagt. “Even rust” Ik ben een praatje aan het maken met haar medebewoners als zuster Mirjam gearmd met Els de huiskamer binnen komt. “Ga hier maar even zitten” zegt ze resoluut. Els ziet de stoel en gaat automatisch zitten. “Zo, even rust”. Mirjam schuift de stoel aan de tafel, zet een andere stoel klem tussen de stoel van Els en het raam achter haar. Dan loopt ze weg. Els zit vast, aan tafel. Ze kan niet meer opstaan. Even blijft ze zitten. Met grote ogen kijkt ze me aan. Maar hier zijn geen prikkels. En Els móet bewegen, dus probeert ze haar stoel weer van de tafel te duwen. Als dat niet lukt begint ze met haar handen over de tafel te wrijven. Ik kijk Mirjam verbaasd en ook een beetje verbouwereerd na als ze de huiskamer weer uit loopt. Mijn hersenen moeten dit even verwerken. Dit kan niet en dit mag niet. Ik weet dat Mirjam dat ook weet. Maar waarom doet ze dit dan toch? Dan observeer ik Els. Haar billen komen van de stoel en haar bovenbenen duwen tegen de tafel, maar ze komt niet omhoog. Ik zie de frustratie toenemen. Ze begint hevig te puffen en te blazen. Iets wat ze vaker doet als ze stress ervaart. Loopdrang en kantelrolstoelen Ik loop naar Mirjam en vraag haar naar de reden van het vastzetten. “Ja…stamelt ze….ik zag je al kijken”. Ze legt me uit dat ze echt alleen maar goede bedoelingen heeft. Dat meer verzorgenden in het team dit doen, om haar even rust te kunnen geven. Els loopt zo ontzettend veel en snel door de gangen, dat ze te veel te veel gewicht verliest. Mirjam ziet aan haar dat ze doodmoe is, maar dat ze simpelweg niet kan stoppen met lopen. Ze heeft ook de rust niet om voldoende te eten. Els verbrandt meer energie dan er binnen komt in haar lijf. De extra Nutridrink die ze krijgt, geeft nog maar heel weinig resultaat. Bovendien zoekt ze naast haar loopdrang nog naar andere prikkels op de afdeling en heeft ze ontdekt dat er bewoners zijn die in kantelrolstoelen zitten. Ook weet ze hoe die rolstoelen bediend kunnen worden. Door in het handvat te knijpen, kan de bewoner in zo’n stoel van zittend in een liggende stand gezet worden. Els weet hoe dit werkt. Zo duwt ze bij medebewoners, -wanneer ze in een onbewaakt ogenblik de kans krijgt- de stoel in één ruk achterover naar beneden. Een prikkel, bijna een reflex, die ze niet kan weerstaan. Maar waar de bewoners die in zo’n stoel zitten zich steeds een ongeluk van schrikken. Ik snap de zorg en de goede bedoeling van Mirjam. Maar toch is dit niet de oplossing. Iemand vastzetten aan tafel is een dwangmaatregel, die je niet zomaar toe mag passen. Bovendien levert het Els duidelijk weinig rust en juist veel stress op. Stress, die de loopdrang vervolgens alleen maar groter zal maken. Op zoek naar oplossingen Els mag weer los van de tafel. De stoel achter haar wordt weggehaald. We spreken af dat ik intensief ga observeren en dat we gaan zoeken naar een oplossing. In de tussentijd wordt ze niet meer vastgezet in de stoel. Omdat Els zelf niet meer kan praten, probeer ik een aantal dagen verschillende interventies met haar uit en kijk goed naar haar reacties en het effect op haar gedrag. Uiteindelijk komen we uit bij de robot-poes. Wanneer ik haar op zoek, loop ik eerst 2 rondjes met haar mee over het circuit. Gearmd en in hoog tempo leidt ze me de afdeling over. Pas dan heb ik haar aandacht, gaat ze mij spiegelen en lukt het me om haar in een stoel te laten gaan zitten. Wanneer ik haar de robotpoes op schoot geef en er even bij blijf, blijft ze zomaar 30 minuten met de poes op schoot zitten. De poes geeft steeds opnieuw een prikkel af. Een miauw, het draaien van zijn kopje en zijn oortjes en hij spint. Els blijft hem driftig aaien. Zo pakt ze toch even rust tussendoor en kunnen we het lopen onderbreken. Wanneer Els toch over de gang wil lopen om stoom af te blazen -vaak na het ritueel wassen, kleden en ontbijt- krijgt ze een friemelschort om. Dit geeft haar handen iets om te doen. Er zit een soort mof in met een stressbal. Deze houdt ze stevig vast terwijl ze loopt. Doordat ze iets in haar handen heeft om in te knijpen, neemt de neiging en prikkel om de kantelrolstoelen te kantelen af. Zo zijn andere bewoners weer relatief veilig. Rust Na een tijdje observeren, zie ik Els steeds vaker uit zichzelf even gaan zitten nadat ze een paar rondjes heeft gelopen. Ik tref haar op de stoel bij de klapdeuren of op het bankje tussen de afdelingen. Van achter haar bril kijkt ze naar de zusters op de gangen, de bezoekers en medebewoners die voorbij schuifelen. Nu ze altijd de vrijheid heeft, is er vaker rust en minder stress. Hierdoor lijkt de drang om te gaan lopen -ironisch genoeg- juist kleiner te zijn geworden. Namen zijn gefingeerd.
2 Comments
|
In het kortLaura, 38, werkzaam in de intramurale ouderenzorg sinds 2004 als activiteitenbegeleider, dagbestedingscoach en duizendpoot in allerlei projecten. Na 3 jaar als sociaal agoog, nu teammanager zorg. Archieven
July 2023
Categorieën |