Langzaam kan iedereen op de afdeling weer ademhalen. De zomerperiode loopt op zijn einde en de meeste mensen zijn weer terug van vakantie. Zelf heb ik er voor gekozen om pas laat in het seizoen weg te gaan. Ik leef er van tevoren erg naar toe, maar het loslaten van mijn werk valt me dit keer zwaarder dan normaal. Na een paar maanden met nauwelijks calamiteiten (zelfs met de extreme warmte niet), overlijden er binnen twee weken drie bewoners. Daarnaast worden er nog eens 4 van “mijn” bewoners in diezelfde periode in het ziekenhuis opgenomen. De actieve Mevrouw Welkoop (ik mag Adrie zeggen) zelfs met een acute hersenbloeding. Op een afdeling van zo’n 40 mensen die elkaar allemaal goed kennen heeft dit flink impact. De medebewoners leven intens mee en sommigen zijn behoorlijk van slag. Het is toch je buurman of buurvrouw. En dat is best confronterend. Dit soort pieken en dalen in intensiteit komen vaker voor, maar nu is het wel vrij extreem. Ik vrees voor wat ik aantref als ik terug kom. Wie zijn er dan nog? En in welke staat van zijn? Liggend aan het Turkse strand gaan ze door mijn gedachten. Die lieve mensen, die ik het afgelopen jaar steeds beter heb leren kennen. Die zich hebben laten kennen naar mij. Hun verdriet, angsten en zorgen met me deelden en gelukkig veel vaker nog hun blijdschap. Hoe zou het met ze gaan? Hoe is de sfeer op de afdeling? Hoe zou Adrie er aan toe zijn? Het was me nét gelukt een vrijwilligersmaatje voor haar te vinden. Ze hadden zoveel plannen samen... Ik heb ze op professionele wijze in mijn hart gesloten. Het is zó gek als ze er ineens niet meer zijn wanneer je terug komt. Geen afscheid, geen laatste groet. Je weet dat het kan gebeuren...maar toch. Ik onderdruk de neiging om mijn collega’s een WhatsAppje te sturen. “Loslaten Lau, je bent op vakantie!” zeg ik streng tegen mezelf. Gedurende de vakantie wordt het minder, maar mijn hart en hoofd blijven af en toe in strijd. Wanneer ben je betrokken en wanneer ben je té betrokken? Is het normaal dat ik me in mijn vakantie nog afvraag hoe het met cliënten gaat? Maandagochtend. Mijn eerste dag na de vakantie. Ik open enigszins bevreesd mijn mailbox en het rapportagesysteem en begin te lezen. Ik haal opgelucht adem. Het valt mee! Er is verder niemand meer overleden en alle zieken zijn inmiddels aan de beterende hand. Ik ben blij verrast en ook verwonderd. Wat zijn sommige mensen toch sterk! Als ik mijn vaste rondje over de afdeling maak, merk ik dat de bewoners mij ook gemist hebben. “Hé Laura, hoe was je vakantie? Wat fijn dat je er weer bent!”. Overal moet ik even binnen komen. Een praatje maken. Vertellen hoe het geweest is. Ik krijg een knuffel hier en een kneepje in mijn hand daar. Als ik bij Adrie binnen kom, moet ze huilen. We praten over de afschuwelijke beroerte. Ze heeft veel in moeten leveren, maar ze is er nog. Ze is blij me weer te zien en het gesprek doet haar goed. "Binnenkort kom ik weer naar de gym hoor!" zegt ze dapper. En dan weet ik dat het goed is. Die betrokkenheid. (Namen gefingeerd)mo
0 Comments
|
In het kortLaura, 38, werkzaam in de intramurale ouderenzorg sinds 2004 als activiteitenbegeleider, dagbestedingscoach en duizendpoot in allerlei projecten. Na 3 jaar als sociaal agoog, nu teammanager zorg. Archieven
July 2023
Categorieën |